Sinds onheugelijke tijd zweren de mensen in het Verre Oosten bij de stimulerende werking van de ginsengwortel op de gezondheid, het prestatievermogen en de potentie. Ginseng komt oorspronkelijk uit China en Korea. Hier gedijt de ginsengwortel uitstekend, vanwege de zeer gunstige klimaatsomstandigheden en de goede bodemgesteldheid. Reeds tijdens de Tang-dynastie (618-905) werd ginseng tot koninklijke plant uitgeroepen en in de daarop volgende Sung-dynastie gold de wortel als zó kostbaar, dat haar gewicht in zilver, en later zelfs in goud werd afgewogen. Ginseng was alleen weggelegd voor de rijken en machtigen. Alleen in oorlogstijd gaf de keizer haar aan de soldaten, om hen voor de slag te sterken. Ook tegenwoordig geldt ginseng nog als één der duurste geneeskrachtige planten.
De drie belangrijkste, historisch vastgelegde werkingen van de ginseng werden door vele wetenschappelijke onderzoekingen bevestigd.
Daarenboven zijn uit de onderzoekingen nog tal van andere positieve effekten gebleken. Zo verbetert ginseng het eigen afweersysteem van het lichaam en biedt bescherming tegen virussen en bakteriën, het werkt opmonterend en heeft een algemeen versterkende invloed op het organisme.