De guaranaplant groeit voornamelijk in het Amazonegebied en klimt vaak tot 60 meter hoog tegen de reusachtige bomen van het regenwoud op. Tweemaal per jaar draagt de plant vruchten, die van oudsher door de indianen verwerkt werden tot een stimulerend middel. De noten van deze zeepboom hebben een hoog cafeïnegehalte, dat verantwoordelijk is voor het opwekkend effekt. De cafeïne van de guarana is zeer sterk gebonden en komt daardoor slechts zeer langzaam vrij in de maag en de darmen.
In vergelijking met koffie werkt guarana gematigder en langzamer en ontziet het de spijsvertering. Het ontplooit zijn opmonterende werking over een periode van zes uur. Dankzij deze natuurlijke vertraging is guarana een ideaal pepmiddel, dat de maag, het hart en de bloedsomloop niet belast. Daarom is guarana in het algemeen lichter verteerbaar dan koffie en een ideaal middel om tijdelijke stress-situaties en bijzondere geestelijke en lichamelijke inspanningen het hoofd te bieden en het syndroom om te veel van zichzelf te eisen, te onderdrukken. Bovendien bevat guarana belangrijke mineralen en is het bevorderlijk voor een goede gezondheid.