Met osteoporose bedoelt men het langzaam en stelselmatig afnemen van de beendermassa, gepaard gaand met een vergroting van de beenmergholte. Eén op de drie vrouwen krijgt hier na de menopauze mee te maken. Het geraamte wordt poreus en bros en de kans op wervel- en beenbreuken (vooral van het bovendijbeen) door kleine ongelukjes, of zelfs tijdens de dagelijkse bezigheden, neemt sterk toe.
Botten zijn geen dode materie. De afbraak van oud en aanmaak van nieuw beenderweefsel is een doorlopend natuurlijk proces. Pas wanneer de balans door osteoporose verstoord is en er beduidend meer beenderweefsel afgebroken dan aangemaakt wordt, beginnen de botten poreus te worden.
In het lichaam is 1,5 tot 2,5 kilo calcium opgeslagen, dat zich voor 98% in de botten bevindt en de resterende 2% in de bloedsomloop en het bindweefsel. Dit evenwicht wordt door hormonen en door vitamine D geregeld. Is er een teveel aan calcium in het bloed, dan wordt dit in de botten opgeslagen of via de stofwisseling uitgescheiden. Evenzo wordt bij een calciumtekort in het bloed calcium uit de botten gehaald en terug in de bloedsomloop gebracht. Na de overgang kunnen de veranderingen in de hormoonhuishouding van de vrouw ertoe leiden, dat dit natuurlijk nivelleringsmechanisme verstoord wordt en er teveel calcium uit de botten verdwijnt. Dit is de meest voorkomende oorzaak van osteoporose. Andere oorzaken kunnen zijn: een hyperaktieve schildklier of bijnier, oestrogeentekort, lange bedlegerigheid of calciumdeficiëntie.
Het is belangrijk het verlies aan beendermassa tijdig te kompenseren, vóór het kritische punt in de stevigheid der botten bereikt is. Daarvoor is een evenwichtige voeding belangrijk, voldoende beweging en een verhoogde aanvoer van gelatine, calcium en mangaan in de vorm van voedingssupplementen.